Boter
Boter in zijn 'pure' vorm, als roomboter, ken je waarschijnlijk wel.
Er zijn ook enkele botersoorten die van 'echte boter' zijn afgeleid,
zoals gemengde boter en braadboter. Hieronder lees je er meer over.
Roomboter
Boter maakt men van koeienmelk. Boter bestaat voor een groot gedeelte uit vet.
Je kunt boter voor verschillende doelen gebruiken, bijvoorbeeld: - om op brood te smeren;
- om vlees in te bakken;
- bij de bereiding van producten, zoals koekjes of taarten.
Boter bewaar je in een koele en donkere ruimte in een gesloten verpakking. Let er ook op dat er geen sterk ruikende producten in de buurt liggen. Boter neemt anders de geur en smaak van dit product over.
Boter mag je beslist niet te warm bewaren. Doe je dat wel dan: - verandert de chemische samenstelling;
- wordt de boter slap;
- wordt de boter 'ranzig'.
Als boter ranzig is krijgt het een nare, zure smaak. In de zomer wordt boter sneller ranzig, omdat het dan warmer is buiten. Je wordt niet ziek als je ranzige boter eet. Ranzige boter kun je nog wel goed gebruiken voor het bakken of braden. Bij verhitting verdwijnt de ranzige smaak namelijk.
Boter kan ook gaan schimmelen. Er zitten dan zwarte stippen op de boter. Beschimmelde boter kun je niet meer te eten.
Gemengde boter
Tegenwoordig verkoopt men ook een mengsel van roomboter en margarine in de winkel.
De gemengde boter smaakt zoals roomboter en is net zo gemakkelijk te smeren als margarine.
Braadboter
Soms verwerkt men boter tot braadboter. Deze boter heeft een hoger vetgehalte dan margarine. Dit komt omdat men extra vocht uit de boter haalt. De boter is dan niet meer geschikt als smeerboter, maar wel om te bakken en te braden. Braadboter heeft:
- een hoger vetgehalte;
- een donkere kleur;
- een stevige structuur.
Deze boter is goedkoper dan roomboter. Braadboter is verpakt in stukken van 200 gram.
Deze boter ligt met de naam 'bak of braadboter' in de winkel.
|